Financiële positie
Begrotingsresultaat
In onderstaande tabel is het begrotingssaldo in beeld gebracht.
Meerjarenperspectief bedragen x € 1.000 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Saldo baten en lasten | -1.941 | -1.215 | 444 | -4.044 |
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves | 1.948 | 2.554 | 1.865 | 1.244 |
Begrotingssaldo na bestemming | 7 | 1.339 | 2.309 | -2.800 |
Waarvan incidentele baten en lasten (saldo) | ||||
Structureel begrotingssaldo | 7 | 1.339 | 2.309 | -2.800 |
Eigen vermogen
Het eigen vermogen vormt een buffer voor risico's en tegenvallers. Het eigen vermogen bedraagt begin 2023 naar verwachting circa € 53,3 miljoen. Hiervan is € 40,7 miljoen algemene risicoreserve en bijna € 2 miljoen budgetegalisatiereserve. Het overige deel, € 10,6 miloen, betreft bestemmingsreserves. De algemene reseve wordt alleen bij zeer bijzondere omstandigheden ingezet en blijft onder normale omstandigheden dus gelijk. De budgetegalisatiereserve is een 'werkreserve' om fluctuaties in de begroting op te vangen. Hiermee wordt het saldo van de jaarrekening verrekend. Als het saldo het toelaat kan de budgetegalisatiereserve ook worden ingezet voor eenmalige kosten.
Schuldpositie
De vaste geldleningen zijn met € 59,5 miljoen hoger dan het eigen vermogen. Door jaarlijkse aflossing loopt het bedrag wel af. Het bedrag is hoger dan vorig jaar door het aantrekken van een nieuwe langlopende geldlening, zoals in de Programmabegoting 2022-2025 reeds was aangekondigd. Deze lening is nodig voor het aflossen van bestaande leningen, maar ook voor investeringen. Ook onderwijsgebouwen zullen de komende jaren aandacht behoeven. We voorzien dat voor 2023 geen nieuwe geldlening aangetrokken zal moeten worden.