Overzicht baten en lasten
Bestaanszekerheid, arbeidsparticipatie en inburgering | R2021 | B2022 | B2023 | B2024 | B2025 | B2026 |
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | 12.005 | 12.582 | 10.696 | 10.697 | 10.686 | 10.663 |
Baten | 7.606 | 5.864 | 5.599 | 5.599 | 5.599 | 5.599 |
Saldo baten en lasten | -4.398 | -6.719 | -5.097 | -5.098 | -5.087 | -5.064 |
Toevoegingen aan reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekkingen aan reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo | -4.398 | -6.719 | -5.097 | -5.098 | -5.087 | -5.064 |
Toelichting
Voordeel op de lasten € 1,89 miljoen t.o.v. 2022
Het voordeel van € 1,89 mln. bestaat uit diverse mutaties binnen het deelprogramma, zowel voor- als nadelig en worden hieronder verder toegelicht:
Kosten nieuwe Wet Inburgering: Voordeel € 0,33 mln.
Voor 2022 is een budget opgenomen voor de uitgaven met betrekking tot de nieuwe Wet Inburgering. Het betreft hier onder andere uitgaven aan specifieke voorzieningen zoals Leerroutes, Maatschappelijke begeleiding en Arbeidsparticipatie. Deze kosten zijn geraamd, gelijk aan het bedrag van de Specifieke uitkering 2022 van het Rijk die de gemeente hiervoor ontvangt en is dus budgetneutraal. De beschikking voor de uitgaven 2023 is nog niet ontvangen en derhalve voor zowel de lasten als de baten nog niet geraamd. Daarnaast is er in 2022 een bijdrage aan DUO+ voor de uitvoeringskosten van de regeling opgenomen. De uitgaven worden gedekt vanuit inkomsten binnen het gemeentefonds en zijn daarmee ook budgetneutraal.
Hogere uitgaven voor de bijstandsuitkeringen: Nadeel € 0,13 mln.
De afgelopen jaren is het aantal inwoners met een bijstandsuitkering gestegen. In 2022 zagen we, mede door de gunstige arbeidsmarkt, een daling van het aantal uitkeringen. Helaas resulteert dit niet voor iedereen in het krijgen en behouden van werk. Meer dan 60% van de inwoners in het uitkeringsbestand een lage loonwaarde (verdiencapaciteit 0-40% van het minimumloon).
In 2022 hadden we te maken met de onzekerheden als gevolg van de Pandemie en zien we voor 2023 nieuwe ontwikkelingen en uitdagingen op ons af komen. Landelijke ontwikkelingen die invloed (kunnen) hebben op de grootte van het uitkeringsbestand zijn: wijzigingen in de Participatiewet, een verhoogde taakstelling voor de opvang van statushouders en een onzekere economie (inflatie, oorlog Oekraïne). Voorgaande zorgt voor druk op het aantal uitkeringen. In 2023 verwachten wij een stabilisatie van uitkeringsbestand. Dit wil zeggen dat de uitstroom gelijk is aan het aantal nieuwe mensen wat instroomt. Dit is in lijn met de landelijke prognose. Wel zijn de bijstandsuitkeringen voor 2023 geindexeerd. Om uitstroom te bevorderen zijn (intensieve) re-integratietrajecten nodig. Maatwerk blijft belangrijk om onze inwoners te ondersteunen en mee te laten doen in de samenleving. Met, voor wie dat mogelijk is, kans op betaald werk.
Als gevolg van de benoemde ontwikkelingen in 2022, zijn de budgetten tussentijds bij de 1e en 2e turap 2022 per saldo incidenteel verhoogd. Waar we eerder nog uitgingen van een daling voor 2023, zien we nu als gevolg van de bovengenoemde ontwikkelingen dat er in 2023 naar verwachting sprake zal zijn van een stabilisatie. Om deze reden is de incidentele verhoging in 2022 nu ook structureel meegenomen in de begroting 2023 naar het niveau van de uitgaven 2022. En datzelfde is ook gedaan voor de inkomstenkant op basis van het laatst bekende BUIG-budget. Voor 2023 en verder betektent dit dat per saldo een bedrag van jaarlijks € 0,5 mln., exclusief indexering, ten laste is gekomen van het begrotingsresultaat. Hiermee blijven de lasten voor de bijstandsuitkeringen in 2023 op vergelijkbaar niveau als in 2022, met uitzondering van de indexering van de uitkeringen. Die indexering verklaart dat er uiteindelijk een nadeel van € 0,13 mln ontstaat tov. 2022.
Lagere uitgaven Bijstand voor zelfstandigen(verruimde Bbz met betrekking tot Corona): Voordeel € 0,10 mln.
Per 1 oktober 2021 zijn de regelingen Tozo en Tonk gestopt. Echter, tot 1 april 2022 is Bbz tijdelijk verruimd en leidt in 2022 tot hogere uitgaven. De verwachting is dat in 2023 de kosten voor deze doelgroep weer op het niveau zijn van voor de Corona.
Eenmalige uitgaven armoedebudget: Voordeel € 0,06 mln.
Binnen de budgetten van armoedebestrijding zijn in 2022 een aantal eenmalige kosten opgenomen, zoals de aanschaf van een applicatie Schuldhulpverlening, overheveling vanuit 2021 met betrekking tot Vroegsignalering en staan er in 2022 eenmalige middelen voor de armoedemonitor.
Energietoeslag: Voordeel € 1,29 mln.
Als gevolg van de stijgende energieprijzen heeft het Rijk in 2022 voorzien in een regeling waar huishoudens met een laag inkomen voor een deel worden gecompenseerd. In 2022 is hiervoor budget opgenomen. Gemeenten worden voor de verstrekking van deze toeslag en de uitvoeringskosten gecompenseerd via het gemeentefonds.
Uitvoeringskosten DUO+ voor de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) en voor het uitkeren van de Energietoeslag aan inwoners: Voordeel € 0,22 mln.
In 2022 zijn nog uitvoeringskosten voorzien voor de afwikkeling van de Tozo-regeling. Deze bestaan uit debiteurafwikkeling en verantwoordingsverplichtingen aan het Rijk via de Sisa-regeling. Daarnaast is er in 2022 eenmalig voorzien in een extra bijdrage aan DUO+ voor de uitvoering van Energietoeslag. Deze kosten zijn niet opgenomen in de begroting 2023.
Lagere bijdrage Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) door afname bestand: Voordeel € 0,04 mln.
De WSW kent geen nieuwe instroom van clienten. Er vindt alleen nog uitstroom plaats. De WSW wordt geraamd op basis van de begroting van de AM Match die deze doelgroep begeleid. Voor 2023 zijn de kosten gedaald ten opzichte van 2022.
Overige diverse kleine verschillen < € 0,1 mln.: Nadeel € 0,02 mln.
Nadeel op de baten € 0,27 miljoen t.o.v. 2022
Extra inkomsten vanuit de Specifieke uitkering Wet Inburgering: Nadeel € 0,2 mln.
Voor de nieuwe Wet Inburgering ontvangen gemeenten inkomsten in de vorm van een specifieke uitkering (zie ook toelichting lasten over dit onderwerp). Deze beschikking is ontvangen voor 2022, maar voor 2023 nog niet bekend en daarmee nog niet opgenomen in de begroting 2023.
Extra Inkomsten vanuit hogere terugvorderingen binnen de Bijstand: Nadeel € 0,06 mln.
De kosten voor de bijstand stijgen. Daarmee zijn in 2022 de inkomsten vanuit de terugvorderingen gestegen. Onzeker is nog of dit een structureel karakter zal krijgen, waardoor deze inkomsten nog niet zijn meegenomen in de begroting 2023.