Algemene dekkingsmiddelen

In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) wordt voorgeschreven een overzicht op te nemen van de algemene dekkingsmiddelen, het bedrag voor de heffing voor de vennootschapsbelasting en het bedrag voor onvoorzien.

De algemene dekkingsmiddelen zijn de baten en lasten die niet direct samenhangen met een programma. Volgens het voorschrift bevat het overzicht ten minste de volgende onderdelen: lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is, algemene uitkeringen, dividend, saldo van de financieringsfunctie en overige algemene dekkingsmiddelen.

Overzicht baten en lasten

Algemene dekkingsmiddelen

R2021

B2022

B2023

B2024

B2025

B2026

Lasten

277

161

451

552

703

1.001

Baten

55.782

61.204

62.109

62.679

62.908

58.297

Saldo baten en lasten

55.506

61.043

61.659

62.127

62.205

57.296

Toevoegingen aan reserves

799

4.901

-

-

-

-

Onttrekkingen aan reserves

3.455

8.370

1.501

1.217

904

643

Saldo reserves

2.655

3.468

1.501

1.217

904

643

Saldo

58.161

64.511

63.160

63.344

63.109

57.939

Hogere lasten € 1,7 miljoen.

Overzicht algemene dekkingsmiddelen

Programma

R2021

B2022

B2023

B2024

B2025

B2026

Algemene dekkingsmiddelen

Algemene uitk. en overige uitk. gemeentefonds

44.971

51.663

52.217

52.692

52.929

48.312

Saldo vd financieringsfunctie

973

687

705

605

437

110

Lokale heffingen

9.153

7.982

8.462

8.483

8.497

8.518

Dividend

143

53

116

201

201

201

Overige dekkingsmiddelen

264

666

166

153

149

162

Reserves Algemene dekkingsmiddelen

2.655

3.468

1.501

1.217

904

643

Algemene dekkingsmiddelen

58.161

64.519

63.168

63.352

63.117

57.947

Vennootschapsbelasting

-

-

-

-

-

-

Onvoorzien

-

-8

-8

-8

-8

-8

Overig

-

-8

-8

-8

-8

-8

Saldo

58.161

64.511

63.160

63.344

63.109

57.939

Toelichting

Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds € 0,55 miljoen

In de meicirculaire 2022 zijn diverse mutaties opgenomen welke een gunstig effect hebben op de hoogte van het gemeentefonds. Met name de ontwikkeling van het accres laat een gunstig beeld zien. Daarnaast zijn er verschillen doordat er eenmalige inkomsten/ compen-saties waren in 2022 die vooralsnog niet in het gemeentefonds voor 2023 zijn opgenomen. Door middel van tussentijdse circulaires vindt bijstelling plaats van het gemeentefonds. De effecten hiervan worden betrokken binnen de P&C cyclus.

Het positieve verschil 2023 ten opzicht van 2022 kan daarom als volgt worden verklaard:

  • Lagere beginstand met betrekking tot effecten uit circulaires in voorgaande jaren (nadeel € 0,25 mln.);

  • Lagere inkomsten BCF doordat er in 2022 een vrijval van het restant BCF fonds ten gunste van gemeentefonds is gekomen (nadeel € 0,18 mln.);

  • Lagere inkomsten als gevolg van het aanpassen van maatstaven voor de verdeling van het gemeentefonds (nadeel € 0,33 mln.);

  • Lagere inkomsten door herijking gemeentefonds, inclusief compensatie via de suppletie-uitkering (nadeel € 0,23 mln.);

  • Hoger accres opgenomen in de meicirculaire 2022 (voordeel € 3,9 mln.);

  • Hoger voordeel door (tijdelijk) schrappen opschalingskorting (voordeel € 0,18 mln.);

  • Uitname gemeentefonds in het jaar 2023 met betrekking tot Woningbouwimpuls en Volkshuisvesting, omdat deze via een Specifieke Uitkering (SPUK) worden verdeeld aan gemeenten (nadeel € 0,37 mln.);

  • In 2022 heeft eenmalig een compensatie van de energietoeslag plaatsgevonden via het gemeentefonds. In 2023 is deze compenatie niet opgenomen (nadeel € 1,43 mln.);

  • De aanvullende compensatie voor kosten Jeugdhulp kent als gevolg van de hervormingsagenda Jeugd een afbouw. De compensatie is voor 2023 daarom lager. (nadeel € 0,20 mln.);

  • In 2022 zijn er (vooralsnog) eenmalig middelen beschikbaar gesteld voor de uitvoeringskosten van het klimaatakkoord (nadeel € 0,22 mln);

  • De mutatie in de maatstaf "WOZ waarde" en de aanpassing van het landelijk rekentarief voor de korting van deze maatstaf leiden tot een negatief effect (nadeel € 0,24 mln.);

  • In 2022 heeft er een eenmalige uitkering in het gemeentefonds voor Mantelzorg plaatsgevonden. In 2023 is deze niet opgenomen. (nadeel € 0,05 mln.);

  • Diverse overige kleine mutaties (nadeel € 0,03 mln.).

Saldo vd financieringsfunctie voordeel van € 0,02 miljoen ten opzichte van 2022

Het saldo van de financieringsfunctie betreft voornamelijk het verschil tussen de rentelasten en een doorberekening daarvan naar de programma's als onderdeel van de kapitaallasten. De doorberekening gebeurt met een afgerond percentage. De rentelasten die worden doorberekend betreffen zowel de te betalen rente op aangetrokken leningen als de bespaarde rente van reserves en voorzieningen. Voor detailinformatie wordt verwezen naar de paragraaf Financiering.

Voordeel op de lasten van € 0,16 miljoen

  • Hogere rentelasten van € 0,09 mln. na het aantrekken van een nieuwe lening medio 2022 (nadeel);

  • Lagere toerekening van rente over reserves en voorzieningen van € 0,05 mln. (voordeel)

  • Hogere doorberekening van rente vanuit Algemene dekkingsmiddelen naar de overige programma-onderdelen, in verband met het doorschuiven van investeringen van 2022 naar 2023 en verder van € 0,2 mln. (voordeel)

Nadeel op de baten van € 0,14 miljoen

  • Lagere rentebaten uit uitgezette leningen van € 0,09 mln., door het aflopen van een lening in 2022;

  • Lagere toerekening van rente over reserves en voorzieningen van € 0,05 mln. (nadeel)

Lokale heffingen voordeel € 0,5 miljoen

Het voordeel van afgerond € 0,5 mln. op de lokale heffingen wordt voornamelijk verooraakt door een verhoging van de OZB tarieven met 5% (€ 0,4 mln.). Daarnaast is de toeristenbelasting per 1 juli 2022 gewijzigd van € 1,10 naar € 3,00 per overnachting en wordt dit tarief voor 2023 met 5% geindexeerd (€ 0,07 mln.).

Dividend

Op dit onderdeel is geen afwijking > € 0,1 miljoen toe te lichten

Overige dekkingsmiddelen nadeel € 0,5 miljoen

Het nadeel van € 0,5 miljoen ten opzichte van 2022 wordt veroozaakt door:

  • Het restant van de stelpost inflatiecorrectie van € 0,6 mln. (nadeel);

  • De doorwerking van 2022 naar 2023 van de structurele uitgaven van € 0,23 mln. (nadeel) uit de 2e begrotingswijziging Duo+, die voorlopig is opgenomen op Overige dekkingsmiddelen. Deze wordt op basis van de 1e begrotingswijziging 2023 Duo+ verdeeld over de programma's;

  • Een begrote storting van € 0,25 mln. in de voorziening dubieuze debiteuren in 2022, die is opgenomen gezien de ontwikkelingen in 2022, waardoor steeds meer mensen in financiële problemen komen (voordeel)

  • Diverse overige kleine mutaties (voordeel € 0,08 mln.).

Reserves Algemene dekkingsmiddelen nadeel € 2,7 miljoen

Een nadelig effect op het reservesaldo houdt in dat er in 2023 minder onttrokken wordt aan de reserves ten opzichte van vorig jaar. Dit betreft de volgende reserves:

Voordeel op de lasten van € 4,9 miljoen

In 2022 is voor een bedrag van € 4,9 mln. de reserve dekking kapitaallasten gevormd.

Nadeel op de baten van € 6,9 miljoen

In 2022 is ruim € 6,6 mln. onttrokken aan de algemene risicoreserve voor het amendement begroting 2022, de dekking van het saldo van de 1e turap 2022 en de dekking van incidentele posten in 2022. In 2023 is er nog geen onttrekking aan deze reserve begroot.

Aan de budgetegalisatiereserve wordt in 2023 € 0,3 mln. minder onttrokken dan in 2022. In 2022 ging het om de onttrekking van uit 2021 overgehevelde budgetten. In 2023 betreft het de onttrekking van incidentele posten.

Stel uw tan:document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf