Inleiding
De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van gemeenten en zijn daarom een integraal onderdeel van het gemeentelijke beleid.
In deze paragraaf wordt ingegaan op:
Ontwikkelingen op het gebied van belastingen.
Beleid lokale heffingen.
Overzicht lokale heffingen.
Kwijtscheldingsbeleid.
Overzicht lokale lastendruk.
Prestatie- en kerngegevens.
Ontwikkelingen op het gebied van belastingen
Verruiming gemeentelijk belastinggebied
In 2019 was er het voornemen om de belasting op arbeid te verminderen en voor de gemeenten een verruiming van het gemeentelijke belastinggebied in te voeren. Naar aanleiding van deze voorgenomen schuif van 4 miljard is er een rapport Verruiming gemeentelijk belastinggebied opgesteld door de commissie Rinnooy-Kan. In mei 2020 is het rapport gepubliceerd. In dit rapport staan er een aantal mogelijke nieuwe heffingen genoemd. Een voorbeeld daarvan is een invoering van een ingezetenenheffing, die momenteel ook het meest kansrijk is voor 2026. Het kabinet heeft de opdracht gegeven om in 2022 dit rapport te actualiseren. Hiervoor is er een werkgroep ingesteld, niet alleen om het rapport over de gemeentelijke belastingen maar ook die over het provinciaal belastinggebied te updaten. Dit moet in het vierde kwartaal van 2022 gereed zijn. Het kabinet is voornemens om per 2025 hiervoor een aantal keuzes te gaan maken dit in relatie tot de nu voorliggende bezuinigingen voor gemeenten voor 2026.
Beleid lokale heffingen
Voor wat betreft de lokale lasten is in het coalitieakkoord 2022-2026 vastgelegd dat terughoudend moet worden omgesprongen met verhoging van lokale lasten of, wanneer het kan, bezien wordt of verlaging toegepast kan worden.
Overzicht lokale heffingen
Hieronder staat een totaal overzicht aan van de heffingen (vrij aanwendbaar) en de gebonden heffingen (niet vrij aanwendbaar). Voor de ‘gebonden’ heffingen (retributies) zijn ook de kosten van de dienstverlening en het dekkingspercentage opgenomen. De ‘gebonden’ heffingen zijn wettelijk gehouden aan de norm van maximaal 100% kostendekkendheid.
Heffingen en niet gebonden Woonlasten (bedragen x € 1.000) | Opbrengst 2023 | Dekkings percentage | gebonden / niet gebonden |
---|---|---|---|
OZB woningen eigenaren | 4.836 | n.v.t. | niet gebonden |
OZB niet woningen eigenaren | 2.233 | n.v.t. | niet gebonden |
OZB niet woningen gebruikers | 1.477 | n.v.t. | niet gebonden |
Afvalstoffenheffing | 4.287 | 100% | gebonden |
Rioolheffing | 3.653 | 100% | gebonden |
Woonforensenbelasting | 5 | n.v.t. | niet gebonden |
Precariobelasting | 34 | n.v.t. | niet gebonden |
Toeristenbelasting | 187 | n.v.t. | niet gebonden |
Marktgelden | 12 | 100% | gebonden |
Grafrechten | 335 | 94% | gebonden |
Algemene rechtenverordening | 76% | gebonden | |
Titel 1 / burgerzaken | 529 | ||
Titel 2 / omgevingsvergunning | 891 | ||
Titel 3 / overige rechten | 65 | ||
Totaal belastingen en heffingen | 18.544 |
Ontwikkeling lokale lasten
Rekening houdend met een woning met een gemiddelde waarde van afgerond € 426.000 betekent dit dat de OZB voor woning eigenaren met gemiddeld afgerond € 20 stijgt. Dit betekent in 2023 een procentuele stijging van 5,0 % ten opzichte van 2022. Voor de jaren 2024 en verder is er geen aanpassing van het OZB-tarief meegenomen in de begroting. Voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing geldt het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid en zijn de tarieven gebaseerd op respectievelijk het grondstoffenbeleid 2020-2025 en het GRP-6.
Woonlasten | 2022 | 2023 | Mutatie absoluut | Mutatie relatief |
---|---|---|---|---|
OZB eigenaar woning | € 395 | € 414 | € 19,73 | 5,0% |
Afvalstoffenheffing | € 323 | € 337 | € 14,50 | 4,5% |
Rioolheffing | € 235 | € 235 | € 0,00 | 0,0% |
Totale woonlasten | € 952 | € 986 | € 34,23 | 3,6% |