Risicobeheer

Renterisiconorm

Doel van deze norm uit hoofde van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) is te voorkomen dat bij herfinanciering en/of renteherziening van de leningen bij (aanzienlijk) hogere rentestand grote schokken optreden in de hoogte van de rente die de gemeente moet betalen. De norm beperkt de budgettaire risico’s. De jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen mogen niet meer bedragen dan 20% van de totale lasten van de begroting.

Het renterisico op de vaste schuld wordt berekend door te bepalen welk deel van de langlopende leningen in enig jaar moet worden geherfinancierd. Of waar op grond van de leningvoorwaarden de rente eenzijdig door de tegenpartij kan worden herzien. De wet stelt criteria voor de berekening van het risico op de vaste schulden, zoals deze zijn vastgelegd in de definitie van de renterisiconorm. Door middel van deze norm wordt een kader gesteld waarmee een zodanige opbouw van de langlopende leningen wordt bereikt, dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt.

Modelstaat B variabelen renterisiconorm

2023

2024

2025

2026

1

Renteherzieningen

-

-

-

-

2

Betaalde aflossingen vaste schuld

5.218

5.218

5.218

4.219

3

Renterisico op vaste schuld (1+2)

5.218

5.218

5.218

4.219

4a

Begrotingstotaal

83.019

84.075

83.782

78.617

4b

Bij ministeriele regeling vastgesteld percentage

20%

20%

20%

20%

4

Renterisiconorm

16.604

16.815

16.756

15.723

5a

Ruimte onder renterisiconorm (4-3)

11.386

11.597

11.538

11.504

Kasgeldlimiet

Het renterisico op korte termijn financiering (leningen met een looptijd korter dan één jaar) wordt in beeld gebracht via de kasgeldlimiet. Deze stelt beperkingen aan financiering van uitgaven met korte termijn leningen. Op basis van de Wet fido bedraagt de kasgeldlimiet 8,5% over de omvang van de begroting. Door de hogere begrotingsomvang stijgt ook de kasgeldlimiet. Voor het begrotingsjaar is de kasgeldlimiet € 7,1 miljoen (8,5% x € 83 miljoen). Indien twee opeenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet overschreden wordt, merkt de toezichthouder dit aan als structureel. In dat geval verplicht de toezichthouder de gemeente maatregelen te treffen om de overschrijding teniet te doen.

De financieringsbehoefte wordt voor een deel gedekt door langlopende geldleningen. Vooralsnog blijven we ruim binnen de kasgeldlimiet.

(Meerjarige) rente-ontwikkelingen en afdekken van renterisico’s

Vanwege nieuwe investeringen en afloop van leningen komt de nadruk meer te liggen op langlopende leningen. Voor 2023 wordt niet verwacht dat er een langlopende geldlening moet worden aangetrokken.

De rentelasten en -baten verbonden aan de financieringsfunctie.

In onderstaand schema is het renteresultaat voor 2023 en verder in beeld gebracht.

Rentetoerekening

2023

2024

2025

2026

a

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

1.982

2.149

2.376

2.699

b

-/- De externe rentebaten

21

21

21

21

Saldo rentelasten en rentebaten

1.961

2.128

2.355

2.678

c1

De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

19

19

19

20

c2

-/- de rente projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden doorberekend

-

-

-

c3

De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

-

-

-

-

Subtotaal c

19

19

19

20

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

1.943

2.109

2.336

2.658

d1

Rente over eigen vermogen

813

803

781

766

d2

Rente over voorzieningen

50

50

50

50

Totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente

2.805

2.962

3.167

3.473

e

De aan de taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

2.711

2.778

2.836

2.831

f

Rente resultaat op het taakveld Treasury

95

184

331

642

Stel uw tan:document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf